Wandelen als medicijn tegen vermoeidheid

Tijdens mijn behandeling tegen borstkanker ben ik begonnen met dagelijks wandelen. Hardlopen lukte tijdens de chemotherapie niet meer, dus dan maar wandelen. Elke dag liep ik naar “mijn” Elswout, een nabijgelegen wandelpark. Een plek waar ik daarvoor alleen met de kinderen kwam, werd nu mijn dagelijkse bestemming. Inmiddels ken ik elk paadje, kruispunt en mogelijk rondje.

Als je enorm vermoeid bent lijkt veel bewegen niet de meest logische stap. Tijdens de chemo voelde mijn lichaam loodzwaar aan. Die extreme vermoeidheid voelde alsof er wat extra gewichten aan mijn lijf hingen. Het kostte dan ook enorme wilskracht om van de bank af te komen. Maar ik ontdekte al snel iets belangrijks: juist door in beweging te komen, voelde ik me minder moe en kreeg ik weer wat energie.

Op een gegeven moment viel het kwartje: wandelen was geen moetje, het was zelfzorg – iets waar ik zelf invloed op had om me beter te voelen. Vanaf dat moment wilde ik mijn dagelijkse wandeling niet meer missen. Natuurlijk waren er ook dagen, net na een kuur, dat het niet lukte. Maar al snel maakte ik weer korte rondjes, die langzaam langer werden tot de volgende kuur. Ook na de chemotherapie ben ik blijven wandelen. Ik was ervan overtuigd: frisse lucht, licht en beweging waren essentieel voor mijn herstel.

Tegenwoordig ben ik een echte wandeljunkie. Het liefst wandel (of loop) ik ’s ochtends vroeg. Dan tank ik meteen wat daglicht, wat mijn energie en stemming voor de rest van de dag positief beïnvloedt. In de zomer wandel ik ook vaak nog even na het eten. Soms met mijn man, een vriendin of een van mijn dochters, maar meestal alleen. De eerste minuten zit ik nog veel in mijn hoofd, maar na een half uurtje zie ik de schoonheid om me heen – bomen, bloemen, bijen – en voel ik me steeds rustiger. Wandelen is mijn mentale detox. Ik voel me altijd beter ná een wandeling dan ervoor.